Dutch
Detailed Translations for fileren from Dutch to English
fileren:
-
fileren
Conjugations for fileren:
o.t.t.
- fileer
- fileert
- fileert
- fileren
- fileren
- fileren
o.v.t.
- fileerde
- fileerde
- fileerde
- fileerden
- fileerden
- fileerden
v.t.t.
- heb gefileerd
- hebt gefileerd
- heeft gefileerd
- hebben gefileerd
- hebben gefileerd
- hebben gefileerd
v.v.t.
- had gefileerd
- had gefileerd
- had gefileerd
- hadden gefileerd
- hadden gefileerd
- hadden gefileerd
o.t.t.t.
- zal fileren
- zult fileren
- zal fileren
- zullen fileren
- zullen fileren
- zullen fileren
o.v.t.t.
- zou fileren
- zou fileren
- zou fileren
- zouden fileren
- zouden fileren
- zouden fileren
en verder
- is gefileerd
- zijn gefileerd
diversen
- fileer!
- fileert!
- gefileerd
- filerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for fileren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
filet | filet; filetstuk; haasfilet; haasje; visfilet | |
fillet | filet; filetstuk; haasfilet; haasje; visfilet | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
filet | fileren | |
fillet | fileren |
External Machine Translations: