Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gestalte geven:


Dutch

Detailed Translations for gestalte geven from Dutch to English

gestalte geven:

gestalte geven verbe (geef gestalte, geeft gestalte, gaf festalte, gaven festalte, gestalte gegeven)

  1. gestalte geven (vormen; vorm geven aan)
    to give shape
    • give shape verbe (gives shape, gave shape, giving shape)

Conjugations for gestalte geven:

o.t.t.
  1. geef gestalte
  2. geeft gestalte
  3. geeft gestalte
  4. geven gestalte
  5. geven gestalte
  6. geven gestalte
o.v.t.
  1. gaf festalte
  2. gaf festalte
  3. gaf festalte
  4. gaven festalte
  5. gaven festalte
  6. gaven festalte
v.t.t.
  1. heb gestalte gegeven
  2. hebt gestalte gegeven
  3. heeft gestalte gegeven
  4. hebben gestalte gegeven
  5. hebben gestalte gegeven
  6. hebben gestalte gegeven
v.v.t.
  1. had gestalte gegeven
  2. had gestalte gegeven
  3. had gestalte gegeven
  4. hadden gestalte gegeven
  5. hadden gestalte gegeven
  6. hadden gestalte gegeven
o.t.t.t.
  1. zal gestalte geven
  2. zult gestalte geven
  3. zal gestalte geven
  4. zullen gestalte geven
  5. zullen gestalte geven
  6. zullen gestalte geven
o.v.t.t.
  1. zou gestalte geven
  2. zou gestalte geven
  3. zou gestalte geven
  4. zouden gestalte geven
  5. zouden gestalte geven
  6. zouden gestalte geven
diversen
  1. geef gestalte!
  2. geeft gestalte!
  3. gestalte gegeven
  4. gestalte gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gestalte geven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
give shape gestalte geven; vorm geven aan; vormen

Related Translations for gestalte geven