Dutch

Detailed Translations for grappigheid from Dutch to English

grappigheid:


grappig:

grappig adj

  1. grappig (koddig; leuk; lollig; )
    cute
  2. grappig (komisch; humoristisch; koddig; )
    hilarious; humorous; funny; droll; farcical; comical; comic; humourous

Translation Matrix for grappig:

NounRelated TranslationsOther Translations
comic clown; grapjas; grappenmaker; guit; harlekijn; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; pierrot; snaak; stripblad; uilenspiegel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
comic grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk humoristische; komisch; uiig
comical grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk humoristische
cute geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig aanbiddelijk; aantrekkelijk; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; uiig; verrukkelijk; vertederend
droll grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk humoristische; uiig
farcical grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk
funny grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk achterlijk; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; dwaas; eigenaardig; fideel; fleurig; geestig; gek; geschift; gestoord; humoristische; idioot; idioterig; jolig; kleurig; krankjorum; krankzinnig; kwiek; leuke; leukjes; levendig; lustig; maf; mal; mesjogge; monter; niet goed snik; ongemeen; ongewoon; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; raar; schaars; stupide; typisch; uiig; uitgelaten; uitheems; uitzonderlijk; uniek; vreemd; vreemdsoortig; vrolijk; wakker; welgemoed; zelden; zeldzaam; zonderling; zonnig; zot
hilarious grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk uiig
humorous grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk uiig
humourous grappig; humoristisch; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk uiig

Related Words for "grappig":

  • grappigheid, grappiger, grappigere, grappigst, grappigste, grappige

Wiktionary Translations for grappig:

grappig
adjective
  1. de lust tot (glim-) lachen opwekkend
grappig
adjective
  1. amusing; comical
  2. pleasantly humorous, jocular
  3. being funny, whimsically amusing
  4. being funny

Cross Translation:
FromToVia
grappig funny; jocular lustighumorvoll
grappig funny ulkiglustig, eigenartig, (bewusst oder unfreiwillig) zum Lachen
grappig comical cocasse — Qui est d’une drôlerie bouffonne.
grappig comic; comical; funny; wacky comique — théâtre|fr Qui a rapport à la comédie.
grappig funny; sportive; peculiar; curious; eccentric; queer; comical; comedic; hilarious; wacky; amusing; cheering; entertaining; enjoyable; pleasure drôle — Comique, marrant, rigolo. (Sens général).

External Machine Translations: