Summary
Dutch to English: more detail...
- kapitaliseren:
-
Wiktionary:
- kapitaliseren → capitalize, capitalise
Dutch
Detailed Translations for kapitaliseren from Dutch to English
kapitaliseren:
-
kapitaliseren
Conjugations for kapitaliseren:
o.t.t.
- kapitaliseer
- kapitaliseert
- kapitaliseert
- kapitaliseren
- kapitaliseren
- kapitaliseren
o.v.t.
- kapitaliseerde
- kapitaliseerde
- kapitaliseerde
- kapitaliseerden
- kapitaliseerden
- kapitaliseerden
v.t.t.
- heb gekapitaliseerd
- hebt gekapitaliseerd
- heeft gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
v.v.t.
- had gekapitaliseerd
- had gekapitaliseerd
- had gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
o.t.t.t.
- zal kapitaliseren
- zult kapitaliseren
- zal kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
o.v.t.t.
- zou kapitaliseren
- zou kapitaliseren
- zou kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
en verder
- is gekapitaliseerd
diversen
- kapitaliseer!
- kapitaliseert!
- gekapitaliseerd
- kapitaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kapitaliseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
realise | kapitaliseren | beseffen; bewerkstelligen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken; waarmaken |
realize | kapitaliseren | beseffen; bewerkstelligen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken; waarmaken |
Wiktionary Translations for kapitaliseren:
kapitaliseren
verb
-
kapitaal laten aangroeien
- kapitaliseren → capitalize; capitalise
External Machine Translations: