Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. loeren:
  2. loer:


Dutch

Detailed Translations for loeren from Dutch to English

loeren:

loeren [het ~] nom

  1. het loeren
    the leer

loeren verbe (loer, loert, loerde, loerden, geloerd)

  1. loeren (scherp kijken)
  2. loeren (gluren)
    to glance; to glint; peek
    – throw a glance at; take a brief look at 1
    • glance verbe (glances, glanced, glancing)
      • She only glanced at the paper1
    • glint verbe (glints, glinted, glinting)
    • peek verbe
      • I only peeked--I didn't see anything interesting1

Conjugations for loeren:

o.t.t.
  1. loer
  2. loert
  3. loert
  4. loeren
  5. loeren
  6. loeren
o.v.t.
  1. loerde
  2. loerde
  3. loerde
  4. loerden
  5. loerden
  6. loerden
v.t.t.
  1. heb geloerd
  2. hebt geloerd
  3. heeft geloerd
  4. hebben geloerd
  5. hebben geloerd
  6. hebben geloerd
v.v.t.
  1. had geloerd
  2. had geloerd
  3. had geloerd
  4. hadden geloerd
  5. hadden geloerd
  6. hadden geloerd
o.t.t.t.
  1. zal loeren
  2. zult loeren
  3. zal loeren
  4. zullen loeren
  5. zullen loeren
  6. zullen loeren
o.v.t.t.
  1. zou loeren
  2. zou loeren
  3. zou loeren
  4. zouden loeren
  5. zouden loeren
  6. zouden loeren
diversen
  1. loer!
  2. loert!
  3. geloerd
  4. loerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

loeren [de ~] nom

  1. de loeren
    the peep; the peek
    – a secret look 1

Translation Matrix for loeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
glance blik; blikken; lonk; oogopslag; oogopslagen
glint flakkering; flikkering; fonkeling; geflikker; gefonkel; glinstering; schijn; schittering
leer loeren
peek loeren
peep loeren
VerbRelated TranslationsOther Translations
glance gluren; loeren aanroeren; aanstippen; blikken; blikken werpen; even aanraken
glare at loeren; scherp kijken
glint gluren; loeren
look sharply at loeren; scherp kijken
peek gluren; loeren
peep begluren; gluren; stiekem kijken

Related Words for "loeren":


loeren form of loer:

loer [de ~] nom

  1. de loer (streek)
    the trick

Translation Matrix for loer:

NounRelated TranslationsOther Translations
trick loer; streek behendigheid; foefje; handigheid; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; maniertje; manoeuvre; poets; slimheid; sluwe streek; streek; tochtje; toertje; trip; truc; trucage; uitje; uitstapje
VerbRelated TranslationsOther Translations
trick afzetten; bedonderen; bezwendelen; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; verneuken; voor de gek houden

Related Words for "loer":