Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. omhoogrijden:


Dutch

Detailed Translations for omhoogrijden from Dutch to English

omhoogrijden:

omhoogrijden verbe (rijd omhoog, rijdt omhoog, reed omhoog, reden omhoog, omhooggereden)

  1. omhoogrijden (naar boven rijden)
    to drive up; to ride up; to drive along
    • drive up verbe (drives up, drove up, driving up)
    • ride up verbe (rides up, rode up, riding up)
    • drive along verbe (drives along, drove along, driving along)

Conjugations for omhoogrijden:

o.t.t.
  1. rijd omhoog
  2. rijdt omhoog
  3. rijdt omhoog
  4. rijden omhoog
  5. rijden omhoog
  6. rijden omhoog
o.v.t.
  1. reed omhoog
  2. reed omhoog
  3. reed omhoog
  4. reden omhoog
  5. reden omhoog
  6. reden omhoog
v.t.t.
  1. ben omhooggereden
  2. bent omhooggereden
  3. is omhooggereden
  4. zijn omhooggereden
  5. zijn omhooggereden
  6. zijn omhooggereden
v.v.t.
  1. was omhooggereden
  2. was omhooggereden
  3. was omhooggereden
  4. waren omhooggereden
  5. waren omhooggereden
  6. waren omhooggereden
o.t.t.t.
  1. zal omhoogrijden
  2. zult omhoogrijden
  3. zal omhoogrijden
  4. zullen omhoogrijden
  5. zullen omhoogrijden
  6. zullen omhoogrijden
o.v.t.t.
  1. zou omhoogrijden
  2. zou omhoogrijden
  3. zou omhoogrijden
  4. zouden omhoogrijden
  5. zouden omhoogrijden
  6. zouden omhoogrijden
en verder
  1. heb omhooggereden
  2. hebt omhooggereden
  3. heeft omhooggereden
  4. hebben omhooggereden
  5. hebben omhooggereden
  6. hebben omhooggereden
diversen
  1. rijd omhoog!
  2. rijdt omhoog!
  3. omhooggereden
  4. omhoogrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omhoogrijden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
drive along naar boven rijden; omhoogrijden oprijden
drive up naar boven rijden; omhoogrijden oprijden; opwaarts rijden
ride up naar boven rijden; omhoogrijden oprijden; opwaarts rijden