Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. opdiepen:


Dutch

Detailed Translations for opdiepen from Dutch to English

opdiepen:

opdiepen verbe (diep op, diept op, diepte op, diepten op, opgediept)

  1. opdiepen (van de bodem ophalen; opduiken)

Conjugations for opdiepen:

o.t.t.
  1. diep op
  2. diept op
  3. diept op
  4. diepen op
  5. diepen op
  6. diepen op
o.v.t.
  1. diepte op
  2. diepte op
  3. diepte op
  4. diepten op
  5. diepten op
  6. diepten op
v.t.t.
  1. heb opgediept
  2. hebt opgediept
  3. heeft opgediept
  4. hebben opgediept
  5. hebben opgediept
  6. hebben opgediept
v.v.t.
  1. had opgediept
  2. had opgediept
  3. had opgediept
  4. hadden opgediept
  5. hadden opgediept
  6. hadden opgediept
o.t.t.t.
  1. zal opdiepen
  2. zult opdiepen
  3. zal opdiepen
  4. zullen opdiepen
  5. zullen opdiepen
  6. zullen opdiepen
o.v.t.t.
  1. zou opdiepen
  2. zou opdiepen
  3. zou opdiepen
  4. zouden opdiepen
  5. zouden opdiepen
  6. zouden opdiepen
en verder
  1. ben opgediept
  2. bent opgediept
  3. is opgediept
  4. zijn opgediept
  5. zijn opgediept
  6. zijn opgediept
diversen
  1. diep op!
  2. diept op!
  3. opgediept
  4. opdiepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opdiepen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bring to the surface opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen
dive for opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen