Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. rechercheren:


Dutch

Detailed Translations for rechercheren from Dutch to English

rechercheren:

rechercheren verbe (rechercheer, rechercheert, rechercheerde, rechercheerden, gerechercheerd)

  1. rechercheren (snuffelen; speuren; naspeuring doen)
    sniff around; to investigate; to search for
    to research
    – attempt to find out in a systematically and scientific manner 1
    • research verbe (researches, researched, researching)
      • The student researched the history of that word1

Conjugations for rechercheren:

o.t.t.
  1. rechercheer
  2. rechercheert
  3. rechercheert
  4. rechercheren
  5. rechercheren
  6. rechercheren
o.v.t.
  1. rechercheerde
  2. rechercheerde
  3. rechercheerde
  4. rechercheerden
  5. rechercheerden
  6. rechercheerden
v.t.t.
  1. heb gerechercheerd
  2. hebt gerechercheerd
  3. heeft gerechercheerd
  4. hebben gerechercheerd
  5. hebben gerechercheerd
  6. hebben gerechercheerd
v.v.t.
  1. had gerechercheerd
  2. had gerechercheerd
  3. had gerechercheerd
  4. hadden gerechercheerd
  5. hadden gerechercheerd
  6. hadden gerechercheerd
o.t.t.t.
  1. zal rechercheren
  2. zult rechercheren
  3. zal rechercheren
  4. zullen rechercheren
  5. zullen rechercheren
  6. zullen rechercheren
o.v.t.t.
  1. zou rechercheren
  2. zou rechercheren
  3. zou rechercheren
  4. zouden rechercheren
  5. zouden rechercheren
  6. zouden rechercheren
en verder
  1. is gerechercheerd
  2. zijn gerechercheerd
diversen
  1. rechercheer!
  2. rechercheert!
  3. gerechercheerd
  4. rechercherend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rechercheren:

NounRelated TranslationsOther Translations
research research
VerbRelated TranslationsOther Translations
investigate naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren checken; doorvorsen; nagaan; naspeuren; nasporen; natrekken; neuzen; onderzoeken; speuren; verifiëren
research naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren documenteren; iets opzoeken; naspeuren; nasporen; navorsen; nazoeken; onderzoeken
search for naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren afzoeken; zien te vinden; zoeken
sniff around naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren