Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. scheidbaar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for scheidbaar from Dutch to English

scheidbaar:

scheidbaar adj

  1. scheidbaar (uitneembaar)

Translation Matrix for scheidbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
detachable scheidbaar; uitneembaar afneembaar; demontabel; demonteerbaar; wegneembaar
removable scheidbaar; uitneembaar afneembaar; demontabel; demonteerbaar; wegneembaar
separable scheidbaar; uitneembaar afneembaar; demontabel; demonteerbaar; wegneembaar

Related Words for "scheidbaar":

  • scheidbare

Wiktionary Translations for scheidbaar:

scheidbaar
adjective
  1. able to be separated

Cross Translation:
FromToVia
scheidbaar separable; severable séparable — Qui peut se séparer.