Dutch

Detailed Translations for spinzen from Dutch to English

spinzen:

spinzen verbe

  1. spinzen (van hoop vervuld zijn; hopen; verlangen)
    to languish; to long for; to pine; to yearn
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    • languish verbe (languishes, languished, languishing)
    • long for verbe (longs for, longed for, longing for)
    • pine verbe (pines, pined, pining)
      • I am pining for my lover1
    • yearn verbe (yearns, yearned, yearning)

Translation Matrix for spinzen:

NounRelated TranslationsOther Translations
hope afwachting; hoop; verwachting
pine dennenboom; greneboom; grenen; grenenhout; grove den; grove spar; mastspar; pijnboomhout; sparrenboom
VerbRelated TranslationsOther Translations
have one's heart set on hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
hope hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen hopen; op hopen zetten
languish hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen; wegslinken
long for hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen
pine hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen
to want something very badly hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
yearn hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen graaien; grijpen; grissen; jatten; kwijnen; kwijnend verlangen; pikken; smachten; snaaien; snakken; wegkapen