Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. toegespen:


Dutch

Detailed Translations for toegespen from Dutch to English

toegespen:

toegespen verbe (gesp toe, gespt toe, gespte toe, gespten toe, toegegespt)

  1. toegespen (dichtgespen; dichtsnoeren)
    to strap; to buckle
    • strap verbe (straps, strapped, strapping)
    • buckle verbe (buckles, buckled, buckling)

Conjugations for toegespen:

o.t.t.
  1. gesp toe
  2. gespt toe
  3. gespt toe
  4. gespen toe
  5. gespen toe
  6. gespen toe
o.v.t.
  1. gespte toe
  2. gespte toe
  3. gespte toe
  4. gespten toe
  5. gespten toe
  6. gespten toe
v.t.t.
  1. heb toegegespt
  2. hebt toegegespt
  3. heeft toegegespt
  4. hebben toegegespt
  5. hebben toegegespt
  6. hebben toegegespt
v.v.t.
  1. had toegegespt
  2. had toegegespt
  3. had toegegespt
  4. hadden toegegespt
  5. hadden toegegespt
  6. hadden toegegespt
o.t.t.t.
  1. zal toegespen
  2. zult toegespen
  3. zal toegespen
  4. zullen toegespen
  5. zullen toegespen
  6. zullen toegespen
o.v.t.t.
  1. zou toegespen
  2. zou toegespen
  3. zou toegespen
  4. zouden toegespen
  5. zouden toegespen
  6. zouden toegespen
en verder
  1. ben toegegespt
  2. bent toegegespt
  3. is toegegespt
  4. zijn toegegespt
  5. zijn toegegespt
  6. zijn toegegespt
diversen
  1. gesp toe!
  2. gespt toe!
  3. toegegespt
  4. toegespend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toegespen:

NounRelated TranslationsOther Translations
buckle gesp
strap draagband; draagriem
VerbRelated TranslationsOther Translations
buckle dichtgespen; dichtsnoeren; toegespen aangespen; gespen; ineenzakken; ineenzijgen; vastgespen
strap dichtgespen; dichtsnoeren; toegespen