Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uit elkaar plaatsen:


Dutch

Detailed Translations for uit elkaar plaatsen from Dutch to English

uit elkaar plaatsen:

uit elkaar plaatsen verbe

  1. uit elkaar plaatsen (uiteenzetten; uiteenplaatsen)
    to put apart; to place apart
    • put apart verbe (puts apart, put apart, putting apart)
    • place apart verbe (places apart, placed apart, placing apart)

Translation Matrix for uit elkaar plaatsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
place apart uit elkaar plaatsen; uiteenplaatsen; uiteenzetten afscheiden; afsplitsen; afzonderen; isoleren
put apart uit elkaar plaatsen; uiteenplaatsen; uiteenzetten

External Machine Translations:

Related Translations for uit elkaar plaatsen