Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verwaaien:


Dutch

Detailed Translations for verwaaien from Dutch to English

verwaaien:

verwaaien verbe (verwaai, verwaait, verwoei, verwoeien, verwaaid)

  1. verwaaien (wegstuiven; wegwaaien)
    to fly away
    • fly away verbe (flies away, flew away, flying away)

Conjugations for verwaaien:

o.t.t.
  1. verwaai
  2. verwaait
  3. verwaait
  4. verwaaien
  5. verwaaien
  6. verwaaien
o.v.t.
  1. verwoei
  2. verwoei
  3. verwoei
  4. verwoeien
  5. verwoeien
  6. verwoeien
v.t.t.
  1. ben verwaaid
  2. bent verwaaid
  3. is verwaaid
  4. zijn verwaaid
  5. zijn verwaaid
  6. zijn verwaaid
v.v.t.
  1. was verwaaid
  2. was verwaaid
  3. was verwaaid
  4. waren verwaaid
  5. waren verwaaid
  6. waren verwaaid
o.t.t.t.
  1. zal verwaaien
  2. zult verwaaien
  3. zal verwaaien
  4. zullen verwaaien
  5. zullen verwaaien
  6. zullen verwaaien
o.v.t.t.
  1. zou verwaaien
  2. zou verwaaien
  3. zou verwaaien
  4. zouden verwaaien
  5. zouden verwaaien
  6. zouden verwaaien
diversen
  1. verwaai!
  2. verwaait!
  3. verwaaid
  4. verwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwaaien:

NounRelated TranslationsOther Translations
fly away afvliegen; wegvliegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
fly away verwaaien; wegstuiven; wegwaaien afvliegen; opstijgen; wegvliegen