Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vrees koesteren:


Dutch

Detailed Translations for vrees koesteren from Dutch to English

vrees koesteren:

vrees koesteren verbe

  1. vrees koesteren (bang zijn; vrezen)
    to fear; to dread; to be afraid of
    • fear verbe (fears, feared, fearing)
    • dread verbe (dreads, dreaded, dreading)
    • be afraid of verbe (is afraid of, being afraid of)

Translation Matrix for vrees koesteren:

NounRelated TranslationsOther Translations
dread bevreesdheid
fear angst; bangheid; bevreesdheid; schichtigheid; vrees
VerbRelated TranslationsOther Translations
be afraid of bang zijn; vrees koesteren; vrezen angst hebben; beducht zijn; duchten
dread bang zijn; vrees koesteren; vrezen angst hebben; beducht zijn; bezorgd wezen; ertegen opzien; in zorg zijn; schromen; tegen iets opkijken
fear bang zijn; vrees koesteren; vrezen angst hebben; beducht zijn; bezorgd wezen; ertegen opzien; in zorg zijn; tegen iets opkijken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fear angstig; bang; bevreesd; bezorgd; in angst; ongerust; verontrust; verschrikt; vreesachtig

Related Translations for vrees koesteren