Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ziekenverpleegster:


Dutch

Detailed Translations for ziekenverpleegster from Dutch to English

ziekenverpleegster:

ziekenverpleegster [znw.] nom

  1. ziekenverpleegster
    the nurse

Translation Matrix for ziekenverpleegster:

NounRelated TranslationsOther Translations
nurse ziekenverpleegster babyoppas; babysitter; baker; dierverzorger; kinderoppas; min; oppas; verpleegkundige; verpleegster; verzorger; ziekenverpleger; zoogmoeder; zuster
VerbRelated TranslationsOther Translations
nurse een baby zogen; geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; koesteren; toedienen; verplegen; verstrekken; verzorgen; zogen; zorgen voor; zorgen voor iets

Related Words for "ziekenverpleegster":

  • ziekenverpleegsters