Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. doorweven:


Dutch

Detailed Translations for doorweven from Dutch to French

doorweven:

doorweven verbe (doorweef, doorweeft, doorweefde, doorweefden, doorweefd)

  1. doorweven (verweven)
    tisser
    • tisser verbe (tisse, tisses, tissons, tissez, )

Conjugations for doorweven:

o.t.t.
  1. doorweef
  2. doorweeft
  3. doorweeft
  4. doorweven
  5. doorweven
  6. doorweven
o.v.t.
  1. doorweefde
  2. doorweefde
  3. doorweefde
  4. doorweefden
  5. doorweefden
  6. doorweefden
v.t.t.
  1. heb doorweefd
  2. hebt doorweefd
  3. heeft doorweefd
  4. hebben doorweefd
  5. hebben doorweefd
  6. hebben doorweefd
v.v.t.
  1. had doorweefd
  2. had doorweefd
  3. had doorweefd
  4. hadden doorweefd
  5. hadden doorweefd
  6. hadden doorweefd
o.t.t.t.
  1. zal doorweven
  2. zult doorweven
  3. zal doorweven
  4. zullen doorweven
  5. zullen doorweven
  6. zullen doorweven
o.v.t.t.
  1. zou doorweven
  2. zou doorweven
  3. zou doorweven
  4. zouden doorweven
  5. zouden doorweven
  6. zouden doorweven
en verder
  1. is doorweefd
  2. zijn doorweefd
diversen
  1. doorweef!
  2. doorweeft!
  3. doorweefd
  4. doorwevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorweven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
tisser doorweven; verweven in elkaar grijpen; ineengrijpen; ineenvlechten; vervlechten; verweven; weven