Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ineenslaan:


Dutch

Detailed Translations for ineenslaan from Dutch to French

ineenslaan:

ineenslaan verbe (sla ineen, slaat ineen, sloeg ineen, sloegen ineen, ineengeslagen)

  1. ineenslaan (tegen elkaar slaan)

Conjugations for ineenslaan:

o.t.t.
  1. sla ineen
  2. slaat ineen
  3. slaat ineen
  4. slaan ineen
  5. slaan ineen
  6. slaan ineen
o.v.t.
  1. sloeg ineen
  2. sloeg ineen
  3. sloeg ineen
  4. sloegen ineen
  5. sloegen ineen
  6. sloegen ineen
v.t.t.
  1. ben ineengeslagen
  2. bent ineengeslagen
  3. is ineengeslagen
  4. zijn ineengeslagen
  5. zijn ineengeslagen
  6. zijn ineengeslagen
v.v.t.
  1. was ineengeslagen
  2. was ineengeslagen
  3. was ineengeslagen
  4. waren ineengeslagen
  5. waren ineengeslagen
  6. waren ineengeslagen
o.t.t.t.
  1. zal ineenslaan
  2. zult ineenslaan
  3. zal ineenslaan
  4. zullen ineenslaan
  5. zullen ineenslaan
  6. zullen ineenslaan
o.v.t.t.
  1. zou ineenslaan
  2. zou ineenslaan
  3. zou ineenslaan
  4. zouden ineenslaan
  5. zouden ineenslaan
  6. zouden ineenslaan
en verder
  1. heb ineengeslagen
  2. hebt ineengeslagen
  3. heeft ineengeslagen
  4. hebben ineengeslagen
  5. hebben ineengeslagen
  6. hebben ineengeslagen
diversen
  1. sla ineen!
  2. slaat ineen!
  3. ineengeslagen
  4. ineenslagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ineenslaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
agir de concert ineenslaan; tegen elkaar slaan
battre l'un contre l'autre ineenslaan; tegen elkaar slaan