Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nieuw leven inblazen:


Dutch

Detailed Translations for nieuw leven inblazen from Dutch to French

nieuw leven inblazen:

nieuw leven inblazen verbe

  1. nieuw leven inblazen (hernieuwen)
    renouveler; rafraîchir; rénover; régénérer; revitaliser
    • renouveler verbe (renouvelle, renouvelles, renouvelons, renouvelez, )
    • rafraîchir verbe (rafraîchis, rafraîchit, rafraîchissons, rafraîchissez, )
    • rénover verbe (rénove, rénoves, rénovons, rénovez, )
    • régénérer verbe (régénère, régénères, régénérons, régénérez, )
    • revitaliser verbe (revitalise, revitalises, revitalisons, revitalisez, )

Translation Matrix for nieuw leven inblazen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rafraîchir hernieuwen; nieuw leven inblazen afkoelen; blij maken; dorst lessen; fleurig maken; in goede staat brengen; koel worden; koelen; koud worden; laven; opfleuren; opfrissen; opknappen; opluchten; opmonteren; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; renoveren; tooien; verfraaien; verfrissen; verkillen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verluchten; verversen; vrolijker worden; zich mooi maken
renouveler hernieuwen; nieuw leven inblazen aflossen; beteren; bijwerken; corrigeren; fiksen; goedmaken; hernieuwen; herstellen; hervatten; herzien; in goede staat brengen; maken; opfrissen; opknappen; opnieuw beginnen; rechtzetten; remplaceren; renoveren; repareren; verbeteren; verfrissen; verkwikken; verlevendigen; vernieuwen; vervangen; verversen; verwisselen; wederopbouwen
revitaliser hernieuwen; nieuw leven inblazen beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; hervatten; herzien; in goede staat brengen; opknappen; opnieuw beginnen; renoveren; repareren; verbeteren
régénérer hernieuwen; nieuw leven inblazen beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herscheppen; herstellen; hervatten; hervormen; herzien; in goede staat brengen; opknappen; opnieuw beginnen; reformeren; regenereren; renoveren; repareren; verbeteren
rénover hernieuwen; nieuw leven inblazen aflossen; beteren; bijwerken; corrigeren; fiksen; goedmaken; hernieuwen; herstellen; herzien; in goede staat brengen; innoveren; maken; opknappen; rechtzetten; remplaceren; renoveren; repareren; restaureren; verbeteren; verbouwen; vernieuwen; vertimmeren; vervangen; verwisselen; wederopbouwen

Related Translations for nieuw leven inblazen