Dutch

Detailed Synonyms for bedienen in Dutch

bedienen:

bedienen verbe (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)

  1. bedienen
    dienen; bedienen
    • dienen verbe (dien, dient, diende, dienden, gediend)
    • bedienen verbe (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
  2. bedienen
    bedienen; opdissen; voorzetten; opdienen; aan tafel bedienen
    • bedienen verbe (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
    • opdissen verbe (dis op, dist op, diste op, disten op, opgedist)
    • voorzetten verbe (zet voor, zette voor, zetten voor, voorgezet)
    • opdienen verbe (dien op, dient op, diende op, dienden op, opgediend)
    • aan tafel bedienen verbe (bedien aan tafel, bedient aan tafel, bediende aan tafel, bedienden aan tafel, aan tafel bediend)
  3. bedienen
    bedienen; serveren
    • bedienen verbe (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
    • serveren verbe (serveer, serveert, serveerde, serveerden, geserveerd)
  4. bedienen
    bedienen; knoppen bedienen
  5. bedienen
    – ervoor zorgen dat het werkt 1
    bedienen
    – ervoor zorgen dat het werkt 1
    • bedienen verbe (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
      • Mo bedient de machine1
  6. bedienen
    – het nemen of gebruiken 1
    bedienen
    – het nemen of gebruiken 1
    • bedienen verbe (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
      • bedien je gerust van deze lekkere drankjes1
  7. bedienen
    – iemand helpen in een winkel of restaurant 1
    bedienen
    – iemand helpen in een winkel of restaurant 1
    • bedienen verbe (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
      • Jan bedient in het restaurant1

Conjugations for bedienen:

o.t.t.
  1. bedien
  2. bedient
  3. bedient
  4. bedienen
  5. bedienen
  6. bedienen
o.v.t.
  1. bediende
  2. bediende
  3. bediende
  4. bedienden
  5. bedienden
  6. bedienden
v.t.t.
  1. heb bediend
  2. hebt bediend
  3. heeft bediend
  4. hebben bediend
  5. hebben bediend
  6. hebben bediend
v.v.t.
  1. had bediend
  2. had bediend
  3. had bediend
  4. hadden bediend
  5. hadden bediend
  6. hadden bediend
o.t.t.t.
  1. zal bedienen
  2. zult bedienen
  3. zal bedienen
  4. zullen bedienen
  5. zullen bedienen
  6. zullen bedienen
o.v.t.t.
  1. zou bedienen
  2. zou bedienen
  3. zou bedienen
  4. zouden bedienen
  5. zouden bedienen
  6. zouden bedienen
diversen
  1. bedien!
  2. bedient!
  3. bediend
  4. bedienende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "bedienen":

  1. ervoor zorgen dat het werkt1
    • Mo bedient de machine1
  2. het nemen of gebruiken1
    • bedien je gerust van deze lekkere drankjes1
  3. iemand helpen in een winkel of restaurant1
    • Jan bedient in het restaurant1

Related Synonyms for bedienen