Summary


Dutch

Detailed Synonyms for gekleurd in Dutch

gekleurd:

gekleurd adj

  1. gekleurd
  2. gekleurd

Related Words for "gekleurd":

  • gekleurder, gekleurdere, gekleurdst, gekleurdste

gekleurd form of kleuren:

kleuren [de ~] nom, pluriel

  1. de kleuren
    de kleuren

kleuren verbe (kleur, kleurt, kleurde, kleurden, gekleurd)

  1. kleuren
    kleuren; tinten
    • kleuren verbe (kleur, kleurt, kleurde, kleurden, gekleurd)
    • tinten verbe (tint, tintte, tintten, getint)
  2. kleuren
    blozen; gloeien; rood worden; kleuren
    • blozen verbe (bloos, bloost, bloosde, bloosden, gebloosd)
    • gloeien verbe (gloei, gloeit, gloeide, gloeiden, gegloeid)
    • rood worden verbe
    • kleuren verbe (kleur, kleurt, kleurde, kleurden, gekleurd)

Conjugations for kleuren:

o.t.t.
  1. kleur
  2. kleurt
  3. kleurt
  4. kleuren
  5. kleuren
  6. kleuren
o.v.t.
  1. kleurde
  2. kleurde
  3. kleurde
  4. kleurden
  5. kleurden
  6. kleurden
v.t.t.
  1. heb gekleurd
  2. hebt gekleurd
  3. heeft gekleurd
  4. hebben gekleurd
  5. hebben gekleurd
  6. hebben gekleurd
v.v.t.
  1. had gekleurd
  2. had gekleurd
  3. had gekleurd
  4. hadden gekleurd
  5. hadden gekleurd
  6. hadden gekleurd
o.t.t.t.
  1. zal kleuren
  2. zult kleuren
  3. zal kleuren
  4. zullen kleuren
  5. zullen kleuren
  6. zullen kleuren
o.v.t.t.
  1. zou kleuren
  2. zou kleuren
  3. zou kleuren
  4. zouden kleuren
  5. zouden kleuren
  6. zouden kleuren
en verder
  1. ben gekleurd
  2. bent gekleurd
  3. is gekleurd
  4. zijn gekleurd
  5. zijn gekleurd
  6. zijn gekleurd
diversen
  1. kleur!
  2. kleurt!
  3. gekleurd
  4. kleurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "kleuren":