Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. ingeschakeld:
  2. inschakelen:


Dutch

Detailed Synonyms for ingeschakeld in Dutch

ingeschakeld:

ingeschakeld adj

  1. ingeschakeld
  2. ingeschakeld

ingeschakeld form of inschakelen:

inschakelen verbe (schakel in, schakelt in, schakelde in, schakelden in, ingeschakeld)

  1. inschakelen
    inschakelen; aanzetten; aandoen; starten; aanmaken
    • inschakelen verbe (schakel in, schakelt in, schakelde in, schakelden in, ingeschakeld)
    • aanzetten verbe (zet aan, zette aan, zetten aan, aangezet)
    • aandoen verbe (doe aan, doet aan, deed aan, deden aan, aangedaan)
    • starten verbe (start, startte, startten, gestart)
    • aanmaken verbe (maak aan, maakt aan, maakte aan, maakten aan, aangemaakt)
  2. inschakelen
    inschakelen; aandoen; aandraaien
    • inschakelen verbe (schakel in, schakelt in, schakelde in, schakelden in, ingeschakeld)
    • aandoen verbe (doe aan, doet aan, deed aan, deden aan, aangedaan)
    • aandraaien verbe (draai aan, draait aan, draaide aan, draaiden aan, aangedraaid)
  3. inschakelen
    inschakelen
    • inschakelen verbe (schakel in, schakelt in, schakelde in, schakelden in, ingeschakeld)

Conjugations for inschakelen:

o.t.t.
  1. schakel in
  2. schakelt in
  3. schakelt in
  4. schakelen in
  5. schakelen in
  6. schakelen in
o.v.t.
  1. schakelde in
  2. schakelde in
  3. schakelde in
  4. schakelden in
  5. schakelden in
  6. schakelden in
v.t.t.
  1. heb ingeschakeld
  2. hebt ingeschakeld
  3. heeft ingeschakeld
  4. hebben ingeschakeld
  5. hebben ingeschakeld
  6. hebben ingeschakeld
v.v.t.
  1. had ingeschakeld
  2. had ingeschakeld
  3. had ingeschakeld
  4. hadden ingeschakeld
  5. hadden ingeschakeld
  6. hadden ingeschakeld
o.t.t.t.
  1. zal inschakelen
  2. zult inschakelen
  3. zal inschakelen
  4. zullen inschakelen
  5. zullen inschakelen
  6. zullen inschakelen
o.v.t.t.
  1. zou inschakelen
  2. zou inschakelen
  3. zou inschakelen
  4. zouden inschakelen
  5. zouden inschakelen
  6. zouden inschakelen
en verder
  1. ben ingeschakeld
  2. bent ingeschakeld
  3. is ingeschakeld
  4. zijn ingeschakeld
  5. zijn ingeschakeld
  6. zijn ingeschakeld
diversen
  1. schakel in!
  2. schakelt in!
  3. ingeschakeld
  4. inschakelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze