Dutch

Detailed Synonyms for overheersen in Dutch

overheersen:

overheersen verbe (overheers, overheerst, overheerste, overheersten, overheerst)

  1. overheersen
    overheersen; beheersen; machtiger zijn; onderwerpen; heersen over
  2. overheersen
    overheersen; regeren; heersen; gezaghebben; macht uitoefenen
    • overheersen verbe (overheers, overheerst, overheerste, overheersten, overheerst)
    • regeren verbe (regeer, regeert, regeerde, regeerden, geregeerd)
    • heersen verbe (heers, heerst, heerste, heersten, geheerst)
    • gezaghebben verbe
    • macht uitoefenen verbe (oefen macht uit, oefent macht uit, oefende macht uit, oefenden macht uit, macht uitgeoefend)
  3. overheersen
    overheersen; domineren; de overhand hebben
    • overheersen verbe (overheers, overheerst, overheerste, overheersten, overheerst)
    • domineren verbe (domineer, domineert, domineerde, domineerden, gedomineerd)
    • de overhand hebben verbe (heb de overhand, hebt de overhand, heeft de overhand, had de overhand, hadden de overhand, de overhand gehad)
  4. overheersen
    – de meeste macht of invloed hebben 1
    overheersen
    – de meeste macht of invloed hebben 1
    • overheersen verbe (overheers, overheerst, overheerste, overheersten, overheerst)
      • de smaak van kaas overheerst bij deze boterham1

Conjugations for overheersen:

o.t.t.
  1. overheers
  2. overheerst
  3. overheerst
  4. overheersen
  5. overheersen
  6. overheersen
o.v.t.
  1. overheerste
  2. overheerste
  3. overheerste
  4. overheersten
  5. overheersten
  6. overheersten
v.t.t.
  1. heb overheerst
  2. hebt overheerst
  3. heeft overheerst
  4. hebben overheerst
  5. hebben overheerst
  6. hebben overheerst
v.v.t.
  1. had overheerst
  2. had overheerst
  3. had overheerst
  4. hadden overheerst
  5. hadden overheerst
  6. hadden overheerst
o.t.t.t.
  1. zal overheersen
  2. zult overheersen
  3. zal overheersen
  4. zullen overheersen
  5. zullen overheersen
  6. zullen overheersen
o.v.t.t.
  1. zou overheersen
  2. zou overheersen
  3. zou overheersen
  4. zouden overheersen
  5. zouden overheersen
  6. zouden overheersen
en verder
  1. ben overheerst
  2. bent overheerst
  3. is overheerst
  4. zijn overheerst
  5. zijn overheerst
  6. zijn overheerst
diversen
  1. overheers!
  2. overheerst!
  3. overheerst
  4. overheersend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "overheersen":

  1. de meeste macht of invloed hebben1
    • de smaak van kaas overheerst bij deze boterham1