Dutch

Detailed Synonyms for verwonderend in Dutch

verwonderend:


verwonderen:

verwonderen verbe (verwonder, verwondert, verwonderde, verwonderden, verwonderd)

  1. verwonderen
    verbazen; verwonderen; verbijsteren; bevreemden
    • verbazen verbe (verbaas, verbaast, verbaasde, verbaasden, verbaasd)
    • verwonderen verbe (verwonder, verwondert, verwonderde, verwonderden, verwonderd)
    • verbijsteren verbe (verbijster, verbijstert, verbijsterde, verbijsterden, verbijsterd)
    • bevreemden verbe (bevreemd, bevreemdt, bevreemdde, bevreemdden, bevreemd)
  2. verwonderen
    afvragen; verwonderen
    • afvragen verbe (vraag af, vraagt af, vroeg af, vroegen af, afgevraagd)
    • verwonderen verbe (verwonder, verwondert, verwonderde, verwonderden, verwonderd)
  3. verwonderen
    – ervan opzien omdat je het niet verwacht 1
    verbazen; verwonderen
    – ervan opzien omdat je het niet verwacht 1
    • verbazen verbe (verbaas, verbaast, verbaasde, verbaasden, verbaasd)
      • het verbaast me dat hij op tijd was1
    • verwonderen verbe (verwonder, verwondert, verwonderde, verwonderden, verwonderd)
      • het verwondert me dat hij zoveel geduld heeft1

Conjugations for verwonderen:

o.t.t.
  1. verwonder
  2. verwondert
  3. verwondert
  4. verwonderen
  5. verwonderen
  6. verwonderen
o.v.t.
  1. verwonderde
  2. verwonderde
  3. verwonderde
  4. verwonderden
  5. verwonderden
  6. verwonderden
v.t.t.
  1. heb verwonderd
  2. hebt verwonderd
  3. heeft verwonderd
  4. hebben verwonderd
  5. hebben verwonderd
  6. hebben verwonderd
v.v.t.
  1. had verwonderd
  2. had verwonderd
  3. had verwonderd
  4. hadden verwonderd
  5. hadden verwonderd
  6. hadden verwonderd
o.t.t.t.
  1. zal verwonderen
  2. zult verwonderen
  3. zal verwonderen
  4. zullen verwonderen
  5. zullen verwonderen
  6. zullen verwonderen
o.v.t.t.
  1. zou verwonderen
  2. zou verwonderen
  3. zou verwonderen
  4. zouden verwonderen
  5. zouden verwonderen
  6. zouden verwonderen
diversen
  1. verwonder!
  2. verwondert!
  3. verwonderd
  4. verwonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "verwonderen":


Related Definitions for "verwonderen":

  1. ervan opzien omdat je het niet verwacht1
    • het verwondert me dat hij zoveel geduld heeft1