Dutch

Detailed Synonyms for ziften in Dutch

ziften:

ziften verbe (zift, ziftte, ziftten, gezift)

  1. ziften
    zeven; filteren; doorzijgen; filtreren; ziften
    • zeven verbe (zeef, zeeft, zeefde, zeefden, gezeefd)
    • filteren verbe (filter, filtert, filterde, filterden, gefilterd)
    • doorzijgen verbe
    • filtreren verbe (filtreer, filtreert, filtreerde, filtreerden, gefiltreerd)
    • ziften verbe (zift, ziftte, ziftten, gezift)
  2. ziften
    kiezen; selecteren; uitzoeken; uitkiezen; uitpikken; selectie toepassen; schiften; ziften
    • kiezen verbe (kies, kiest, koos, kozen, gekozen)
    • selecteren verbe (selecteer, selecteert, selecteerde, selecteerden, geselecteerd)
    • uitzoeken verbe (zoek uit, zoekt uit, zocht uit, zochten uit, uitgezocht)
    • uitkiezen verbe (kies uit, kiest uit, koos uit, kozen uit, uitgekozen)
    • uitpikken verbe (pik uit, pikt uit, pikte uit, pikten uit, uitgepikt)
    • selectie toepassen verbe (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
    • schiften verbe (schift, schiftte, schiftten, geschift)
    • ziften verbe (zift, ziftte, ziftten, gezift)

Conjugations for ziften:

o.t.t.
  1. zift
  2. zift
  3. zift
  4. ziften
  5. ziften
  6. ziften
o.v.t.
  1. ziftte
  2. ziftte
  3. ziftte
  4. ziftten
  5. ziftten
  6. ziftten
v.t.t.
  1. heb gezift
  2. hebt gezift
  3. heeft gezift
  4. hebben gezift
  5. hebben gezift
  6. hebben gezift
v.v.t.
  1. had gezift
  2. had gezift
  3. had gezift
  4. hadden gezift
  5. hadden gezift
  6. hadden gezift
o.t.t.t.
  1. zal ziften
  2. zult ziften
  3. zal ziften
  4. zullen ziften
  5. zullen ziften
  6. zullen ziften
o.v.t.t.
  1. zou ziften
  2. zou ziften
  3. zou ziften
  4. zouden ziften
  5. zouden ziften
  6. zouden ziften
diversen
  1. zift!
  2. zift!
  3. gezift
  4. ziftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze