Dutch

Detailed Translations for gedwongen from Dutch to Swedish

gedwongen:


Translation Matrix for gedwongen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ansträngd gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk gespannen; gestressd; opgejaagd
ansträngt gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk afmattend; gespannen; gestressd; moemakend; opgejaagd; uitputtend; vermoeiend
artificiell gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; kunstmatig; onnatuurlijk
artificiellt gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; kunstmatig; onnatuurlijk
forceratd gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk
framtvingad gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk
framtvingat gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk
förpliktat gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk
ofrivilligt gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht onbewust; onopzettelijk
onaturligt gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk tegennatuurlijk
tvungen gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht obligaat; obligatoir; vereist; verplicht
tvunget gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht gebonden; niet vrij; obligaat; obligatoir; vereist; verplicht
tvångsmässig gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht
tvångsmässigt gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht

Related Words for "gedwongen":

  • gedwongenheid

gedwongen form of dwingen:

dwingen verbe (dwing, dwingt, dwong, dwongen, gedwongen)

  1. dwingen (forceren)
    tvinga; forcera
    • tvinga verbe (tvingar, tvingade, tvingat)
    • forcera verbe (forcerar, forcerade, forcerat)
  2. dwingen (afdwingen; forceren)
    tvinga; framhäva; framhålla
    • tvinga verbe (tvingar, tvingade, tvingat)
    • framhäva verbe (framhäver, framhävde, framhävt)
    • framhålla verbe (framhåller, framhöll, framhållit)
  3. dwingen (dwingen te doen)
    tvinga
    • tvinga verbe (tvingar, tvingade, tvingat)

Conjugations for dwingen:

o.t.t.
  1. dwing
  2. dwingt
  3. dwingt
  4. dwingen
  5. dwingen
  6. dwingen
o.v.t.
  1. dwong
  2. dwong
  3. dwong
  4. dwongen
  5. dwongen
  6. dwongen
v.t.t.
  1. heb gedwongen
  2. hebt gedwongen
  3. heeft gedwongen
  4. hebben gedwongen
  5. hebben gedwongen
  6. hebben gedwongen
v.v.t.
  1. had gedwongen
  2. had gedwongen
  3. had gedwongen
  4. hadden gedwongen
  5. hadden gedwongen
  6. hadden gedwongen
o.t.t.t.
  1. zal dwingen
  2. zult dwingen
  3. zal dwingen
  4. zullen dwingen
  5. zullen dwingen
  6. zullen dwingen
o.v.t.t.
  1. zou dwingen
  2. zou dwingen
  3. zou dwingen
  4. zouden dwingen
  5. zouden dwingen
  6. zouden dwingen
en verder
  1. ben gedwongen
  2. bent gedwongen
  3. is gedwongen
  4. zijn gedwongen
  5. zijn gedwongen
  6. zijn gedwongen
diversen
  1. dwing!
  2. dwingt!
  3. gedwongen
  4. dwingend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dwingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
forcera forceren; opdringen
VerbRelated TranslationsOther Translations
forcera dwingen; forceren
framhäva afdwingen; dwingen; forceren accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen; staan
framhålla afdwingen; dwingen; forceren
tvinga afdwingen; dwingen; dwingen te doen; forceren doordrijven; noodzaken tot; opdringen

Related Definitions for "dwingen":

  1. zorgen dat hij doet wat jij wilt1
    • ik dwong hem uit te stappen1

Wiktionary Translations for dwingen:


Cross Translation:
FromToVia
dwingen tvinga force — compel (someone to do something)
dwingen framtvinga erzwingenetwas (von jemandem) mit Zwang oder psychischem Druck erreichen
dwingen tvinga zwingen — mit Gewalt zu etwas bringen
dwingen tränga sig in; framtvingas imposer — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for gedwongen