Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. handreiken:


Dutch

Detailed Translations for handreiken from Dutch to Swedish

handreiken:

handreiken verbe

  1. handreiken (assisteren)
    hjälpa; bistå; assistera
    • hjälpa verbe (hjälpar, hjälpade, hjälpat)
    • bistå verbe (bistår, bistod, bistått)
    • assistera verbe (assisterar, assisterade, assisterat)

Translation Matrix for handreiken:

NounRelated TranslationsOther Translations
hjälpa hulpverlenen
VerbRelated TranslationsOther Translations
assistera assisteren; handreiken assisteren; bijdragen; bijspringen; bijstaan; helpen; meehelpen; ondersteunen; seconderen; weldoen
bistå assisteren; handreiken bijspringen; meehelpen
hjälpa assisteren; handreiken assisteren; avanceren; behulpzaam zijn; bijdragen; bijspringen; bijstaan; gedienstig zijn; helpen; meedenken; meehelpen; ondersteunen; promoten; seconderen; weldoen