Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. maaien:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for maaien from Dutch to Swedish

maaien:

maaien verbe (maai, maait, maaide, maaiden, gemaaid)

  1. maaien
    slå; skära; meja
    • slå verbe (slår, slog, slagit)
    • skära verbe (skär, skar, skurit)
    • meja verbe (mejar, mejade, mejat)

Conjugations for maaien:

o.t.t.
  1. maai
  2. maait
  3. maait
  4. maaien
  5. maaien
  6. maaien
o.v.t.
  1. maaide
  2. maaide
  3. maaide
  4. maaiden
  5. maaiden
  6. maaiden
v.t.t.
  1. heb gemaaid
  2. hebt gemaaid
  3. heeft gemaaid
  4. hebben gemaaid
  5. hebben gemaaid
  6. hebben gemaaid
v.v.t.
  1. had gemaaid
  2. had gemaaid
  3. had gemaaid
  4. hadden gemaaid
  5. hadden gemaaid
  6. hadden gemaaid
o.t.t.t.
  1. zal maaien
  2. zult maaien
  3. zal maaien
  4. zullen maaien
  5. zullen maaien
  6. zullen maaien
o.v.t.t.
  1. zou maaien
  2. zou maaien
  3. zou maaien
  4. zouden maaien
  5. zouden maaien
  6. zouden maaien
en verder
  1. is gemaaid
diversen
  1. maai!
  2. maait!
  3. gemaaid
  4. maaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

maaien [znw.] nom

  1. maaien (gemaai)

Translation Matrix for maaien:

NounRelated TranslationsOther Translations
gräsklippning gemaai; maaien
klippning gemaai; maaien bordgarneersel; couperen
mejande gemaai; maaien
skära sikkel; sikkeltje; snijding; snoeimes
slå hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
VerbRelated TranslationsOther Translations
meja maaien
skära maaien afsnijden; doorknippen; een knippend geluid maken; houtsnijden; in hout schrijven; inhakken; inhouwen; kerven; met effect spelen; raspen; schaven; schuren; snerpen; snijden; snijwerk maken
slå maaien bonken; dichtslaan; dichtwerpen; een klap geven; een opdonder verkopen; fijnwrijven; frapperen; grijpen; hameren; hard slaan; hengsten; krenken; kwetsen; meppen; rammen; slaan; timmeren; toeslaan

Wiktionary Translations for maaien:


Cross Translation:
FromToVia
maaien klippa; slå; meja mow — to cut something down
maaien slå; slå med lie scythe — to cut with a scythe
maaien skörda mähentransitiv: mit der Sense, Sichel, mit einer Mähmaschine bis zum Ansatz dicht über dem Erdboden wegschneiden
maaien skörda; slå mähentransitiv: schnittreifes Getreide, Gras, schnittreife Ölfrüchte oder dergleichen durch das unter [1] beschriebene wegschneiden entfernen
maaien meja fauchercouper à la faux ou à la machine.