Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. op elkaar stoten:


Dutch

Detailed Translations for op elkaar stoten from Dutch to Swedish

op elkaar stoten:

op elkaar stoten verbe

  1. op elkaar stoten (botsen; stoten op; aanrijden; op elkaar knallen)
    kollidera; stöta ihop; stöta inpå
    • kollidera verbe (kolliderar, kolliderade, kolliderat)
    • stöta ihop verbe (stöter ihop, stötte ihop, stött ihop)
    • stöta inpå verbe (stöter inpå, stötte inpå, stött inpå)

Translation Matrix for op elkaar stoten:

NounRelated TranslationsOther Translations
stöta ihop horten; schokken
VerbRelated TranslationsOther Translations
kollidera aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op
stöta ihop aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op aanvaren
stöta inpå aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op

Related Translations for op elkaar stoten