Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. openspreiden:


Dutch

Detailed Translations for openspreiden from Dutch to Swedish

openspreiden:

openspreiden verbe

  1. openspreiden (openvouwen; ontvouwen; uitspreiden; )
    veckla upp
    • veckla upp verbe (vecklar upp, vecklade upp, vecklat upp)

Translation Matrix for openspreiden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
veckla upp ontvouwen; openspreiden; openvouwen; uitklappen; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen afrollen; ontrollen; uitrollen