Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. tranen afscheiden:


Dutch

Detailed Translations for tranen afscheiden from Dutch to Swedish

tranen afscheiden:

tranen afscheiden verbe

  1. tranen afscheiden (tranen; huilen)
    lipa; gråta; tjuta; grina; böla
    • lipa verbe (lipar, lipade, lipat)
    • gråta verbe (gråter, grät, gråtit)
    • tjuta verbe (tjutar, tjutade, tjutat)
    • grina verbe (grinar, grinade, grinat)
    • böla verbe (bölar, bölade, bölat)

Translation Matrix for tranen afscheiden:

NounRelated TranslationsOther Translations
lipa jank; snik
VerbRelated TranslationsOther Translations
böla huilen; tranen; tranen afscheiden blaten; blèren; brullen; het uitgillen; mekkeren; uitroepen; uitschreeuwen
grina huilen; tranen; tranen afscheiden grienen; grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; huilen; janken; snikken; snotteren
gråta huilen; tranen; tranen afscheiden brullen; huilen; janken; krijsen; schreien; wenen
lipa huilen; tranen; tranen afscheiden brullen; grienen; huilen; janken; krijsen; snikken; snotteren; temen
tjuta huilen; tranen; tranen afscheiden blaffen; brullen; bulderen; daveren; fulmineren; grienen; het uitgillen; huilen; janken; luidkeels iets verkondigen; razen; schetteren; schreeuwen; snikken; snotteren; tekeergaan; tetteren; tieren; uitroepen; uitschreeuwen

Related Translations for tranen afscheiden