Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verfraaien:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verfraaien from Dutch to Swedish

verfraaien:

verfraaien verbe (verfraai, verfraait, verfraaide, verfraaiden, verfraaid)

  1. verfraaien (opsieren; opsmukken; zich mooi maken; )
    klä upp
    • klä upp verbe (klär upp, klädde upp, klätt upp)

Conjugations for verfraaien:

o.t.t.
  1. verfraai
  2. verfraait
  3. verfraait
  4. verfraaien
  5. verfraaien
  6. verfraaien
o.v.t.
  1. verfraaide
  2. verfraaide
  3. verfraaide
  4. verfraaiden
  5. verfraaiden
  6. verfraaiden
v.t.t.
  1. heb verfraaid
  2. hebt verfraaid
  3. heeft verfraaid
  4. hebben verfraaid
  5. hebben verfraaid
  6. hebben verfraaid
v.v.t.
  1. had verfraaid
  2. had verfraaid
  3. had verfraaid
  4. hadden verfraaid
  5. hadden verfraaid
  6. hadden verfraaid
o.t.t.t.
  1. zal verfraaien
  2. zult verfraaien
  3. zal verfraaien
  4. zullen verfraaien
  5. zullen verfraaien
  6. zullen verfraaien
o.v.t.t.
  1. zou verfraaien
  2. zou verfraaien
  3. zou verfraaien
  4. zouden verfraaien
  5. zouden verfraaien
  6. zouden verfraaien
diversen
  1. verfraai!
  2. verfraait!
  3. verfraaid
  4. verfraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verfraaien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
klä upp opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken opdirken; opdoffen; optutten; uitdossen

Wiktionary Translations for verfraaien:


Cross Translation:
FromToVia
verfraaien utsmycka; förfina; försköna embellish — To make more beautiful and attractive; to decorate
verfraaien försköna embellir — transitif|fr rendre plus beau.