Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ombladeren:


Dutch

Detailed Translations for ombladeren from Dutch to Swedish

ombladeren:

ombladeren verbe (blader om, bladert om, bladerde om, bladerden om, omgebladerd)

  1. ombladeren (omslaan; omkeren)
    bläddra; vända blad
    • bläddra verbe (bläddrar, bläddrade, bläddrat)
    • vända blad verbe (vänder blad, vändde blad, vänt blad)

Conjugations for ombladeren:

o.t.t.
  1. blader om
  2. bladert om
  3. bladert om
  4. bladeren om
  5. bladeren om
  6. bladeren om
o.v.t.
  1. bladerde om
  2. bladerde om
  3. bladerde om
  4. bladerden om
  5. bladerden om
  6. bladerden om
v.t.t.
  1. heb omgebladerd
  2. hebt omgebladerd
  3. heeft omgebladerd
  4. hebben omgebladerd
  5. hebben omgebladerd
  6. hebben omgebladerd
v.v.t.
  1. had omgebladerd
  2. had omgebladerd
  3. had omgebladerd
  4. hadden omgebladerd
  5. hadden omgebladerd
  6. hadden omgebladerd
o.t.t.t.
  1. zal ombladeren
  2. zult ombladeren
  3. zal ombladeren
  4. zullen ombladeren
  5. zullen ombladeren
  6. zullen ombladeren
o.v.t.t.
  1. zou ombladeren
  2. zou ombladeren
  3. zou ombladeren
  4. zouden ombladeren
  5. zouden ombladeren
  6. zouden ombladeren
diversen
  1. blader om!
  2. bladert om!
  3. omgebladerd
  4. ombladerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ombladeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bläddra ombladeren; omkeren; omslaan bladeren; browsen; zoeken
vända blad ombladeren; omkeren; omslaan bladeren